Ineens is de leraar verdwenen
Onderwerp van deze blog: passend onderwijs en uitvallers
Waarom valt een kind eigenlijk uit? Daar zie ik bepaalde patronen in. Niet dat het altijd zo gaat maar basically wel. We moeten echt even diep zoeken naar de oorzaken. Want oorzaken - dat is een beladen onderwerp. Daar vindt framing vooraf plaats. Het onderwijs heeft de neiging om de oorzaak in het kind te zoeken. En nooit bij de leraar of het schoolse systeem. Dat merk ik nu, na inmiddels 8 jaar bezigzijn met deze problematiek. Dat is een patroon. Hoe dat werkt, beschrijf ik hier. Je hoeft het er niet mee eens te zijn maar ik onderbouw mijn stelling met honderden dossiers, lange gesprekken met ouders, evenzovele blogs en artikelen, documenten en uitspraken van betrokken instanties en functionarissen.
Stelling A. De leraar is het hart van het onderwijs.
Deze stelling wordt zeer breed gedeeld in de onderwijswereld zelf. Alles draait om de leraar. Die is de spil. Die staat centraal, en als die niet centraal staat, door allerlei bedreigingen zoals te grote groepen, te veel administratie, lerarentekorten, regeldrang uit Den Haag, en dan heb ik ze vast niet allemaal genoemd, dan moet ie alsnog centraal komen te staan.
De leraar is te vergelijken met een soort energiebron, een zon, die naar de leerlingen straalt, ze energie geeft en op allerlei mogelijke manieren verzorgt, ondersteunt en toeleidt naar hun zo kostbare toekomst. Bijna een soort supermens, met eigenschappen waar ouders jaloers op kunnen zijn. Leraren maken van kinderen betere mensen. Maar dat gaat niet altijd op. Want...
Stelling B. Als er in de klas een kind met problematisch gedrag is, dan ligt dat aan het kind.
We kennen zoiets als klassenmanagement. Dat is een set aan skills die de leraar heeft, om te zorgen dat alles in de klas netjes, ordelijk en volgens plan verloopt. Niet alle kinderen lukt het om in dat gareel mee te komen. Je hebt nu eenmaal dromers, extra drukke kinderen, kinderen die gepest worden, kinderen die zich social onzeker of ongemakkelijk voelen. Om maar een paar herkenbare gedragspatronen te noemen.
Als er dus een kind "uit de rails" gaat lopen, en herhaaldelijk ingrijpen werkt niet meer, dan ontstaat er een probleem. Dat noemen we vaak een gedragsprobleem. Dan moet er iets gaan gebeuren. Welnu, het gebruikelijke patroon lijkt te zijn dat er dan gaat worden gezocht naar "iets" dat "in het kind" zit als oorzaak van de problemen.
En daar wringt het.
Want als de leraar de centrale factor in het hele onderwijsgebeuren is, waar is de leraar dan wanneer er gedragsproblemen zijn? Nog even afgezien van waar de oorzaak zou liggen? Die leraar verdwijnt zomaar ineens uit het plaatje. Ineens ligt het zwaartepunt bij het kind. Er gaat energiek worden gezocht naar een stoornis in het kind. Iets dat het afwijkende gedrag kan verklaren. Het rijtje wordt afgewerkt. Dyslexie? Faalangst? Nee? Dan toch maar ADHD? TOS? Autisme? Hoogbegaafd? En hebben de ouders er toch misschien wel iets mee te maken? Is er misschien toch wel iets in dat gezin dat niet jofel gaat? Zullen we dan toch maar eens gaan denken aan Speciaal Onderwijs?
Kortom, de leraar komt niet meer in het verhaal voor. Dat vind ik vreemd. Want als stelling A waar is mag je toch verwachten dat die stelling geldig blijft, ook wanneer er gedragsproblemen in de klas ontstaan? Tot hoever gaan scholen hierin? Welke wegen worden ingeslagen? Nemen andere functionarissen het roer over? Zorgcoördinatoren? Directie/bestuur? Samenwerkingsverband? Schoolpsychologen? CJG? Jeugdzorg? Leerplicht? Worden er vaststaande checklists afgewerkt? Waar dan, aan het einde gekomen, dat laatste vinkje 'handelingsverlegen' geplaatst wordt? Ik hoor genoeg signalen dat dit is wat er vaak gebeurt.
Maar het lijkt te gaan tussen of stelling A 'het gaat goed' of stelling B 'het gaat niet goed en er is "dus" iets met dit kind'. Er lijkt een radikaal breukpunt te zijn - een tussengebied is er niet.
Als de leraar de centrale factor is als het goed gaat, waar blijft de leraar dan als het fout gaat?
Wie herkent dit patroon?