Brief aan mezelf (en aan school)

 Iemand vroeg me:

Wat zou je schrijven in een brief aan jezelf als vijf-jarige? 
En van jezelf als vijf-jarige aan je school van toen… en aan je ouders? 

Eerst maar eens nummer 1. Lieve Lex, je bent nu 5 jaar. Je leeft in een wereld die totaal anders is dan de wereld van nu. Een 5-jarige van nu heeft veel meer speelgoed, met daaronder een aantal electronische gadgets waar hij, meestal binnen, mee (of op) speelt of filmpjes kijkt. We leven nu in een bubbelwereld: een wereld waarin iedereen zijn eigen bubbel kan creëren, bv. je eigen muziek, je eigen games, je eigen films etc.
Jij speelt onbekommerd elke dag buiten. Echt bijna altijd buiten. Tenzij het regent of stormt, dan ben je thuis of bij een vriendje. De enige tv in de straat is bij de buren linksonder, de Van Dijkjes. De hele buurt mocht kijken: Pipo de Clown, Zwiebertje etc. Altijd op de woensdagmiddag. Je leeft in een wereld die aan de ene kant veilig is: de volwassenen bemoeiden zich eigenlijk nooit met je. Je moeder kwam nooit naar je zoeken. Om 6 uur klonk er "Lex, eten!" en dan rende je naar binnen. Ook de thuiskomst van papa was erg leuk: ik mocht dan vanaf de stoep ongeveer 20 meter op het zadel zitten van zijn imposante brommer. Dat moet vooral voor hem een enorme tour geweest zijn. Hij deed het zonder klagen. We hadden 1 kolenkachel waaromheen meestal een houten rekje met was te drogen hing. Mama was altijd aan het strijken, verstellen of koken. Papa jaste de piepers (schilde de aardappelen). De kaasboer kwam langs met zijn schimmel. Wij waren altijd gebiologeerd door de strontzak die hij meevoerde. De kaas was toen een stuk lekkerder dan nu trouwens. Ook de ijscoman kwam langs. Ik mocht dan een emaille schaaltje pakken en laten vullen. Heerlijk! Sinterklas was een groot familiefeest waar de tafel nog echt een hele berg cadeaus liet zien. Je speelde met Lego en Temsi, dat was een kopie van Meccano. De tijd stond eigenlijk stil, "Toen was geluk nog gewoon" klinkt het liedje. Die paradox beschreef de alledaagsheid van het simpele geluk: je was gelukkig maar dat merkte je niet.
Gelukkig kan ik je nu, met alle gebeurtenissen die ik in de loop van mijn leven heb mogen ondervinden, niet meer bereiken. Daar zou ik ook geen behoefte aan hebben want ik zou je wakker kussen. Dat zou te vroeg al ernstige zorgen en trauma's hebben betekend. Komt tijd komt raad (of niet). Nee, de tragiek van het leven klopt pas later aan de deur. Toch zou dat bij jou niet zo heel lang meer duren. Vanaf je 8ste begonnen de trauma's je leven al binnen te sluipen. Op een heel geniepige manier.
Daarover later meer.
Ik hou van je, lieve Lex. Blijf nog maar lekker kind zo lang als het kan. En dat innerlijke kind, dat is er in feite nog steeds. Met butsen en blaren, dat wel. Het pleistertje op je geschaafde knie, dat mama er altijd op plakte, dat moest je vanaf zeker moment maar zelf gaan plakken.
Met een heel mooi duur woord heet dat tegenwoordig zelfheling. Maar het blijft prut.

Comments

Popular posts from this blog

De leraar die niet wilde lesgeven

My favorite pupil

Ciao!