10 Overtuigingen binnen het reguliere onderwijs
Zijn 30 knikkers beter dan 20 knikkers?
We kennen uit onze jeugd allemaal wel van die dooddoeners die onze ouders - die ze ook weer meekregen van hun ouders - ons meegaven:
- doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg
- spreek altijd met 2 woorden
- eet je bord leeg
- kijk eens naar dat kind, die is pas welopgevoed!
- Denk maar niet dat jij zo bijzonder bent
Dit zijn adviezen uit de "goeie ouwe tijd" die wellicht velen van ons nog kennen. Het komt allemaal voort uit goede bedoelingen van een generatie die alles over had voor hun kinderen en daarbij 'adviezen' gaf die nog jaren in je systeem rondwaarden. Er is veel geld uitgegeven aan therapieën om met deze trauma's tot een compromis te komen denk ik zomaar.
Het dwingende karakter echter is een onderliggende boodschap "Pas je aan aan de Orde der Dingen. Blijf onder het maaiveld. gehoorzaam anders gaat je kop eraf". Een ondertoon van angst, onderdrukking en autoriteit die niet echt benoemd werd maar onbewust meegegeven vanuit een leefwereld waarin overleven belangrijker was dan opbloeien, de vleugels uitslaan, jezelf ontplooien.
Het systeem is belangrijker dan de mens
In ons onderwijssysteem zitten ook zulke diepe, nauwelijks zichtbare maar zeer sterk bepalende overtuigingen die nog steeds het karakter bepalen van wat er bij miljoenen kinderen elke dag gebeurt binnen de schoolmuren.
Een soort onzichtbare indoctrinatie.
De olifanten in de kamer. Dat wat heel sterk aanwezig is, heel duidelijk gevoeld maar meestal niet expliciet getoond - en al helemaal niet ter discussie gesteld. Iedereen loopt er voortdurend omheen. Een voorbeeld.
1. Meer is beter, minder slechter
In de rekenles associëren we "meer" met "beter" en "minder" met "slechter". Heb je minder knikkers? Dan ben je niet zo succesvol of gelukkig als je buurman, die er meer heeft. En zijn het in je kindertijd nog knikkers - als je volwassen bent zijn de knikkers ineens vervangen door euromunten. Hier bestaan niet voor niets uitdrukkingen over: we noemen geld regelmatig 'de knikkers'. Zo sluipt de Homo Economicus - de ideale berekenende ondernemer - zonder dat daar maar een woord aan is vuilgemaakt - het onderwijs in. Gewoon terwijl jouw kind zit te zweten op ogenschijnlijk objectieve, neutrale rekensommetjes. Heel geniepig, eigenlijk. Tenminste als je er bij stilstaat. Wie denkt daarover na?
Ik kan het niet bewijzen.
Die Homo Economicus voert terug tot de 'witte mannen' van de VOC en aanverwante clubs, die zich verrijkten vanaf pakweg de 16de eeuw. Dit is nooit meer opgehouden... Adam Smith begon zijn essays al in de 18de eeuw, toen de handelsgeest en het bankwezen al opkwamen. Het ongebreidelde kapitalistische winstbejag was toen al volop begonnen. "Hebzucht is de motor van al het handelen" - in ieder geval het economisch handelen. Concurrentie is - per definitie - goed. De één duwt de ander weg in een 'eerlijke' concurrentiestrijd. Er zijn winnaars en verliezers. De meeste mensen kennen wel het principe van "The invisible hand". In die tijd was het een wetenschappelijke nouveauté dat door individueel handelen er een gebalanceerd systeem ontstaat, ten voordele van allen - de markt komt vanzelf in evenwicht door het individuele jagen naar het eigenbelang (wie gelooft daar nog in, trouwens). Het concurrentieprincipe zit in ons systeem ingebakken. Hoe werkt dat door in ons schoolsysteem?
- Leren is eigenlijk het leveren van een prestatie
- Als je niet presteert heb je dus niks geleerd
- Leerlingen dienen individueel te leren
- Spieken is ten strengste verboden
- Je wordt elke dag met anderen vergeleken
- Hoger cijfer? Dan ben je beter dan je buurman
Een ander niet meer bevraagd betonnen uitgangspunt is schaarste. Succes wordt afgemeten aan de sluwheid waarmee je de ander de baas bent. Er zijn namelijk maar een paar felbegeerde plekken aan de top. It's a rat race.
2. Zonder de kennis die je op school opdoet, komt er niks van je terecht
Kinderen dienen 'secundaire kennis' op te doen: dat is (per definitie) kennis die je op school meekrijgt. Primair is 'alle andere kennis', die krijg je buiten school mee. Hierover doen onderwijsmensen bijna nooit een uitspraak. Dat is Misteryland. Een mistige, vage wereld waar ze hun vingers niet aan branden. Die wereld buiten de schoolmuren bestaat eigenlijk niet. Of is in elk geval niet relevant. Dus houden ze hun kruit droog en stoppen veel energie in het benadrukken van secundaire kennis.
Ondertussen stapelen de voorbeelden zich op van mensen die zonder diploma - en soms gewoon van school verwijderd - mooie carrières hebben opgebouwd en/of levens zijn gaan leiden die veel meer passen bij hun karakter en passies. "Ik kon niet leren, toen werd ik maar kok" zei een succesvolle Amsterdamse restauranthouder eens tegen me. Het één is geen garantie voor het ander maar het ander is ook geen garantie voor het één.....
3. Secundaire kennis moet perse door specialistische professionals worden aangeleerd
Logisch gevolg van de stelling daarvoor. Het hele begrip is namelijk uitgevonden door die specialisten. Ik heb hier vele uitspraken over mogen noteren. Want als je zomaar leert rekenen, bijvoorbeeld thuis, dan leer je het niet goed. En dan komt het nooit meer goed. Alsof je fout leert lopen en "dus" altijd krukken nodig hebt. Wij van wc-eend adviseren.... wc-eend.
Ben ik even blij dat kinderen zomaar en uit zichzelf leren lopen!
4. Kinderen zijn van nature niet geneigd tot leren
Volgens mij leert een kind overal en altijd, vanaf dag 1. Rondbanjeren, spelen, dingen uitproberen - het wordt allemaal niet als echt leren beschouwd. Is hier sprake van een vertekening in de opvatting wat leren eigenlijk is? Ben je als je in het onderwijs werkt zo eenzijdig gevormd dat je niet meer ziet dat kinderen al spelend zich de wereld, elkaar en zichzelf eigen maken? De aloude kleuterjuf, die dit nog wel besefte en ernaar handelde, is als beroep uitgestorven. De academische benadering heeft het overgenomen. Leren wordt enkel nog gezien als 'schools leren'. Kunnen de kinderen slecht lezen? Dan beginnen we nog eerder met leren lezen. VVE heet dat, voor- en vroegschoolse educatie. Gepensioneerde kleuterjuffen zien dit met lede ogen aan. Trouwens ook deskundigen zoals Ewald Vervaet. Er zijn genoeg mensen, ook hoogopgeleid, die spel als de hoogste vorm van leren zien. Het zijn niet de minsten. Ze hebben zo lijkt het het onderspit gedolven.
5. Op school leer je socialiseren
Zou je van school een sociaal wezen worden? Eens even kijken. Wat doen kinderen de hele dag op school? In een busopstelling zitten, luisteren naar de leraar, en daarna opdrachten uitvoeren en toetsen doen. Het is de bedoeling dat ze dit zwijgend doen. Urenlang zitten op een stoel en zwijgen. Contact met medeleerlingen is verboden. Spieken is ten strengste verboden. Is dit socialisatie? Oké, dan proberen we het eens bij de pauzes. Meestal is dat de tijd doden in eindeloze verveling. Dus... gebeurt het daar dan? Ik geloof eerlijk gezegd niet echt dat dit een hoog socialisatiegehalte heeft. Dus waar zit de socialisatie dan? We hebben nu alle soorten activiteiten wel gehad... in de klas en buiten de klas in het schoolgebouw, dat is het wel zo'n beetje. Nee, over het algemeen zou ik niet kunnen zeggen waar en hoe de socialisatie op school plaatsvindt. Het pure feit dat ze met leeftijdgenoten daar zijn, die ze overigens niet zelf gekozen hebben, maakt ze nog niet meteen tot gesocialiseerde wezens. Of gebeurt socialisatie zomaar, spontaan, met een toverstafje? Of er moet sprake zijn van aparte, op socialiseren gerichte vakken maar of de scholen daar actief mee bezig zijn? En dan heb je nog de vraag of je zo'n fundamenteel aspect in een apart vak moet moet gieten, of dat je er elementen van door de hele schooldag heen weeft.
6. Leren is individueel van aard; op spieken staan hoge straffen
Hiermee schakelen we een factor van levensbelang uit, namelijk samenwerken. Mensen zijn sociale wezens. We vormen onszelf voortdurend in de sociale interacties met anderen. De schade die je een kind aandoet door die levensenergie af te sluiten is groot. Je krijgt er geassimileerde, niet meer sociaal vaardige volwassenen van. En je schiet daarmee het doel voorbij. Leren wordt een robotachtig proces. In een laboratoriumachtige setting. Ratten werden eens onderworpen aan een wetenschappelijk experiment waarbij ze konden kiezen tussen gezonde voeding of drugs. Ze kozen opvallend vaak voor drugs. Conclusie: ratten willen liever drugs dan voeding. Er wordt echter vergeten dat ratten sociale dieren zijn. Ze werden geïsoleerd van hun vriendjes en in een steriele, onnatuurlijke omgeving geplaatst, zonder de gewone alledaagse mogelijkheden om bv. zelf voedsel te zoeken, rond te banjeren en te spelen. In zo'n naargeestige omgeving zou ik ook kiezen voor verdoving en afleiding. Maar ja wetenschappers zijn kennelijk niet in staat om zo te denken. Althans niet degenen die deze experimenten bedachten.
Zou er een vergelijking gemaakt kunnen worden, denkt u?
7. Duidelijke regels in de klas geven veiligheid
Oké, er is dus een 'orde'. Wat die orde precies inhoudt, dat is aan de leraar om te bepalen. Die is de baas. Geeft dat veiligheid? Ik zou dat zo niet durven zeggen. Het is van het grootste belang om je als kind in de 'orde-der-dingen' te handhaven. Dat is geen gemakkelijke klus. De officiële regels (vaak zijn die ergens in de klas opgehangen en verteld) zijn slechts het topje van de ijsberg. Is dat een veilige omgeving? Dat weet ik zo net nog niet.
Stilzitten en doen wat de juf zegt. Ontsnappen is onmogelijk.
Moet iedereen stil zijn? Mag niemand van zijn stoel? Moet iedereen in de kring steeds maar wachten op zijn beurt? Er zijn tientallen misschien wel honderden regels in scholen. Enkele zijn expliciet gemeld, de meeste niet. Het is dus oppassen geblazen. Die regels schijnen te moeten bestaan om een fijne, leuke klas te krijgen. Wordt er in het onderwijs altijd gezegd. Want duidelijkheid beteken veiligheid. Maar zijn die regels er niet vooral om het de juf zo makkelijk mogelijk te maken zodat de klas als een soort machine functioneert die precies braaf doet wat de juf wil? Dit klinkt eigenlijk meer als een klas die "gemanaged" wordt, eerder dan een klas waar de kinderen met plezier vertoeven, zich veilig naar elkaar kunnen uiten en gemotiveerd aan het leren zijn, toch?
Engelse kostscholen - ooit een toonbeeld van hoe het moet - zijn tempels van strenge discipline en duidelijke regels. Afwijkingen worden streng aangepakt. Ideaal? Er zijn inmiddels zelfhulpgroepen van Engelse volwassenen die proberen deze trauma's te verwerken.
8. Met een kind die de orde in de klas verstoort is iets aan de hand
Gegeven de regels en de orde der dingen - wat gebeurt er dan als een kind zich niet aan die orde houdt? Is dat dan bewuste sabotage? Is dat een 'stout' kind? (stout betekende vroeger dapper). Tegenwoordig is het woord 'stout' - zo lijkt het - vervangen door 'een stoornis' en worden termen als ADHD, PDDNOS of Autist wel erg gemakkelijk genoemd. Sommige kinderen hebben beweging nodig om aandacht te kunnen geven. Friemelen, doodling (figuurtjes tekenen), onrustige beentjes - het kan allemaal. Is er dan iets met het kind aan de hand of is er een bepaalde orde die willens en wetens wordt opgedrongen? Vanuit welke bron komt de juf in actie?
De 'normale' gang van zaken is dat er op de stoeltjes gezeten wordt, de kinderen stil naar de instructie luisteren en dan stil weer de oefeningen maken en daarna - u raadt het al - weer stil de toetsen maken. En als je dat allemaal gedaan hebt dan vindt de juf je leuk en aardig en krijg je een positief oudergesprek.
9. De gemiddelde leerling is de norm
In de wetenschap wordt vaak met gemiddeldes gewerkt. Dat heeft veel voordelen. Ook overheidsinstanties, en eigenlijk alle grotere organisaties werken ermee. Maar gemiddeldes zijn wel een uitkomst, niet een begin. Het onderwijs heeft de uitkomsten aan het begin van het systeem gestopt en is daarop verder gaan bouwen. de omgekeerde wereld. We hebben echt een afslag gemist in het onderwijs. Ik denk dat er behalve het gewoon verkeerd toepassen van het fenomeen eind 19de eeuw, ook een ideologisch argument het onderwijs is binnengeslopen ten voordele van het werken met die gemiddeldes: de Rockefeller Foundation wilde juist dat de scholen gemiddelde leerlingen afleverden (en nog), die een paar taken goed konden uitvoeren maar niet te veel zouden nadenken "We want a nation of workers, not thinkers" zo zei J.D. Rockefeller het zelf.
En daar zitten we nu nog mee. Het gemiddelde is niet meer de uitkomst van een set statistische cijfers, maar de norm. Alles in het onderwijs is gericht op het gemiddelde. Heeft u wel eens een gemiddeld kind gezien? Ik ook niet. In een klas groep 6 zitten 1/3 kinderen die meelopen met het gemiddelde, 1/3 loopt ver vooruit en verveelt zich dus, en 1/3 loopt achter. En dat geldt voor elke klas, op elke school in Nederland. Dat is toch niet te doen, of wel? Voor die laatste groep zijn er dan weer uitzonderingsgroepjes gemaakt. Elke afwijking krijgt vol liefde een specialist om weer in het gareel te komen. Want voor elk probleem is er wel weer een verdienmodel.
Om nog maar te zwijgen van het stiefmoederlijk bedelen van hoogbegaafde kinderen, die weer een geheel andere aanpak van leren nodig hebben.
Zo blijven we met de hegemonie van het gemiddelde een cultuur in stand houden die grote percentages van kinderen geen goed doet, Oftewel schade berokkent.
10. Een leraar kan alleen maar iets aan een leerling bijbrengen wanneer deze een flink kennisoverwicht heeft
- het eerste dat hier opvalt is het idee dat de leerling iets 'niet weet'. Dat is nogal een vooroordeel en een vertekend beeld van de leefwereld van een kind
- deze opvatting gaat uit van het idee dat leren het statisch overdragen van van te voren uitgedokterde kennis is. Maar dat is niet 'leren' dat is 'teaching' oftewel lesgeven
- De leraar is dan mogelijk eerder een rem op het leerproces van kinderen dan een stimulans. Dat zien we o.a. bij de opkomst van de digitale wereld. Omdat leraren 'digital immigrant' zijn houden ze leerlingen tegen eerder dan dat ze hen stimuleren om deze werelden te verkennen
Comments
Post a Comment