De achterflap van mijn boek

Als je een boek wil schrijven, begin dan met de achterflap. Of die tip van Judith Webber kwam of van Esther Jacobs weet ik niet meer. Maar het is een ijzersterke tip want dan ben je al op weg en heb je de piketpaaltjes al in de grond gezet. En daarmee overwin je meteen de overbekende cisis "Ik kijk tegen een blanco vel papier aan en hoe begin ik in godsnaam?".

Dus hier komt ie!

Iedereen in het onderwijs heeft het over 'veranderen'.  In elk artikel in de krant, elke website en elk congres komt dat overal terug. Er blijkt enorm veel gebakken lucht te zitten in de ronkende uitspraken van de meeste politici - die bedoelen er gewoon hun eigen plannetjes mee. Adviesbureaus huren tekstschrijvers in die vroeger reisbrochures moeten hebben geschreven en (cynisme aan) 'de tijdgeest aanvoelen' (cynisme uit). Als er niet veranderd wordt ben je niet goed bij je hoofd, zo lijkt het.

Maar..... wat moet er dan zonodig veranderen? En wie mag die vraag dan stellen? Wie werpt zich op als eigenaar? En.... willen we eigenlijk wel veranderen? 

Er  zijn twee perspectieven waarmee je een vraagstuk kunt bekijken en benaderen: van binnen en van buiten. Met van binnen bedoel ik: instrumenteel, functioneel, technisch. Hoe maak je dat wat er bestaat, beter. Dat kan repareren van een probleem zijn, het kan ook om innovatie gaan (tot op zekere hoogte). Ik neem altijd het andere perspectief: van buiten. Ik bekijk hoe onze samenleving verandert en of het huidige onderwijs daar nog bij past. 

Komen de werkelijke behoeften van kinderen tot hun recht? Gaat het eigenlijk wel om kinderen? Of om onze beelden over kinderen? Wat moeten ze weten en kunnen? Waar is maatschappelijk behoefte aan en vult het onderwijs die wel in? Hoe adaptief is ons onderwijs? Bereidt ons onderwijs de kinderen wel voor op de samenleving van de toekomst?

Ons onderwijssysteem is in de 19de eeuw bewust opgezet voor het produceren van gemiddeld opgeleide, onkritische soldaten, klerken en fabrieksarbeiders. In wiens belang was dat? Er is weinig fantasie nodig om te beseffen dat degenen die hiervan profiteerden de mensen met macht, geld en invloed waren: de grote industriëlen. Die zorgden voor de werkgelegenheid. Dus alles was in kannen en kruiken! Maar wilden we dat eigenlijk, als samenleving? En willen we dat nu nog? 

Dit boek gaat in op die essentiële vraag en wil een dialoog op gang brengen tussen het onderwijs en de samenleving. Ik laat ouders aan het woord, kinderen, ondernemers, mensen die terugkijken en dan evalueren wat hun onderwijservaring met hen gedaan heeft. Ik laat enkele hardnekkige mythes zien die het onderwijs maken tot wat het nu is. En ik houd een pleidooi voor meer besef wat school eigenlijk doet met een opgroeiend kind. 

Een dialoog tussen samenleving en onderwijs is hard nodig! Een hoopvol begin.

Comments

Popular posts from this blog

Al dat spiriwirigedoe.....

De Kindbeeldentuin - inleiding

B3-onderzoek gemiste kansen