Betekenis geven aan leren

Kinderen leren elke dag, 24/7. Wat we in onze industriële cultuur zijn gaan doen is dat we leren zijn gaan verengen tot 'schools leren'. Als leren niet op school gebeurt, dan bestaat het niet, of in ieder geval telt het niet volwaardig mee.

Daarmee hebben we ons enorm in de voet geschoten. Want we miskennen de volheid en relevantie van het opgroeiproces, en ook in de zogenaamd volwassen fase van ons leven leren we natuurlijk gewoon door. Misschien op een zachter pitje maar toch.

Wat ook verloren is gegaan, is het begrip 'betekenis'. Leren heeft altijd een link met betekenis. Verwante begrippen zijn: context, dus de situatie waarin het leren plaatsvindt, zingeving, en relevantie: een kind dat een boom in klautert doet dat voor de uitdaging, en leert daarmee vanzelf motorische beheersing, risicoinschatting, oordeelsvermogen (tot hoe hoog kan ik klimmen zonder angstig te worden dat ik niet meer terug kan)  etc. Of misschien klauter je de boom in omdat je wilt concurreren met je grote broer, die al op 10 meter hoogte zit.

'Betekenis' is dus een bewust bedoeld containerbegrip. Altijd is betekenis aanwezig in de activiteiten die het kind onderneemt. Wat er geleerd wordt, heeft niet enkel cognitieve bedoeling. Er is ook sprake van zingeving. Die kan vele aspecten hebben, ik kan er zo tien bedenken. Maar vraag je een kind waarom het iets doet, en je krijgt lang niet altijd precies het bijbehorende motief te horen. Dat neemt niet weg, dat die betekenis er toch wel altijd is. Of het nu de innerlijke drijfveer is om zich lichamelijk te ontwikkelen (lopen, rennen, fietsen, klimmen, klauteren, in een modderplas plenzen, fijne motoriek etc.), zich sociaal te verhouden (vrienden maken etc.), een plek veroveren binnen de familiale verhoudingen (je moeder behagen of juist uitdagen etc.), de beste willen zijn (concurrentie, prestatiedrang etc.) of nog een boel andere motieven.... altijd is er betekenis aanwezig. Zelfs bij ogenschijnlijk betekenisloos spelen. Althans: volwassenen zien vaak de bedoeling daarvan niet, maar reken maar dat spelen, en zelfs het geheel vrij spelen, enorm belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen (tip: google eens 'Peter Gray', een professor die zich hierin heeft gespecialiseerd).

Een ander belangrijk aspect van betekenis is: die betekenis komt uit het kind zelf.

Zo niet op school. 

Daar is de natuurlijke betekenis die ik hierboven beschreef, dus de betekenis die vanuit het kind zelf wordt gecreëerd en beleefd, afwezig. Betekenis wordt vooraf gedicteerd, vanuit meestal wetenschappelijke theorieën of de eigen beoordeling van de leraren. Op school dien je, zo is de algemene opvatting van onderwijsmensen,  kennis tot je te nemen die je niet uit jezelf opdoet. Dus doen we dat op school. Dit wordt secundaire kennis genoemd. Het ligt voor de hand dat het geven van onderwijs dan een nogal opgedrongen manier wordt, waarin je een kind niet echt "meekrijgt".  Je zult het moeten doen met braafheid en gedwee gehoorzamen. en als die niet helpen dan komt dwang om de hoek kijken.

Zo ver zijn we op school afgedreven van het natuurlijke ontwikkelingsproces van kinderen. Op het plaatje ziet u allerlei manieren waarop kinderen, in de natuurlijke context van het dagelijkse leven, kunnen leren rekenen. Ik zeg altijd: leer ze koken! Dat werkt. En je leert ook nog een paar mooie life skills. Maar dat schijnt niet de bedoeling te zijn in ons schoolsysteem. Levensvaardigheden die neem je niet serieus....

In dat licht is het hoopgevend dat er nu eindelijk wetenschappelijk bewijs is voor de natuurlijke betekenis die ik hier schets. 

########################################

Dat onderzoek gaat als volgt: proefpersonen krijgen eerst verhalende documentaires over leeftijdsgenoten te zien – ontroerende verhalen, inspirerende verhalen, verhalen om mee mee te leven. Een documentaire over kinder- en mensenrechtenactivist Malala bijvoorbeeld, wanneer ze twaalf jaar oud is en niet naar school mag, omdat ze een meisje is.

Na het zien van de films worden de jongeren geïnterviewd, en zo ontdekten de onderzoekers dat zij op twee manieren betekenis geven aan de verhalen. De eerste kan omschreven worden als concreet, direct en empathisch. Reacties die over het verhaal zelf gaan, zoals: ‘Ik vind het zo rot voor haar, ik zou willen dat ik haar zou kunnen helpen!’

De andere manier van betekenis geven, overstijgt de verhalen die de jongeren te zien krijgen. Zij reageren bijvoorbeeld met: ‘Waarom zit de wereld zo in elkaar?’ en ‘Wacht eens even, zeg je nu dat niet alle kinderen ter wereld naar school kunnen, omdat iemand vindt dat dat niet hoort?’ Het zijn reacties waaruit blijkt dat de leerlingen het verhaal van Malala gebruiken om iets groters te ontdekken over hoe de wereld werkt. De onderzoekers noemen dit ‘transcendent denken’.

Onder de fMRI-scanner krijgen de proefpersonen vervolgens opnieuw fragmenten uit de documentaires te zien, en wordt aan hen gevraagd: wat voel je erbij? Onder de scanner drukken de jonge proefpersonen een knop in om aan te geven hoe sterk hun emotionele reactie is bij het zien van de fragmenten. Op basis van de reacties die de proefpersonen in het interview gegeven hebben – direct of transcendent – kunnen de onderzoekers voorspellen wat de hersenactiviteit van de jongeren zal zijn. Transcendent denken gaat samen met heel sterke emoties, terwijl het directe, empathische denken veel oppervlakkiger is en niet aanzet tot verder nadenken. 

Het is de mate waarin jongeren transcendent denken die hun hersenontwikkeling voorspelt.

‘Hoe kinderen betekenis geven aan de verhalen, stelt ons in staat te voorspellen hoe hun hersenen groeien. Het is echt de heilige graal’, zegt neurowetenschapper Mary Helen Immordino-Yang (University of Southern California) wanneer ik haar via Zoom spreek over 


Dit transcendente leren maakt dus een groot verschil. Dit is wat ik noem: de relatie leggen met betekenis. In het voorbeeld gaat het bv. over één persoon, Malala, aan wie je je gedachten kunt verbinden. Je kunt medelijden met haar hebben, maar je kunt ook breder maatschappelijk denken: wat erg dat meisjes niet naar school mogen! Je gevoel van rechtvaardigheid wordt aangeraakt.

Allebei zijn (vind ik) voorbeelden van betekenis geven aan het verhaal. In het ene geval een empathis van persoon tot persoon, in het anderen geval een link tussen het persoonlijke verhaal en de maatschappelijke context.

Ik ben het dus gedeeltelijk eens met de conclusies van de onderzoeker. Zeker, het denken reikt verder in het tweede geval, omdat daar - en dat blijkt uit het onderzoek - de emotionele beleving sterker is. Dat daardoor de drive om meer te leren ook sterker is, daar beginnen de bevindingen van het onderzoek al minder sterk te worden. Dat sterkere emoties leiden tot een actiever brein, dat is een duidelijk verband. En heel mooi dat dat nu met feitelijke bewijzen is aangetoond. Maar of een actiever brein ook 1-op-1 betekent dat dat brein enkel bezig is met 'denken' als in rationeel renederen? Ik zie dat breder. Misschien komt een kind wel tot andere acties, bv. een campagne in de eigen regio om meisjes meer kansen op onderwijs te geven. Nou, daar heb je inderdaad een actief brein voor nodig! Maar dat houdt meer in dan alleen maar denken. Dat behelst ook sociale vaardigheden, doorzettingsvermogen, overtuigingskracht, en tal van andere eigenschappen.

Wat ze hier opvoert als 'denken' zou echt nader gespecificeerd moeten worden, dan weten we beter wat er precies gemeten wordt.

Evengoed is dit een zeer belangwekkend onderzoek. Het toont ondubbelzinnig aan hoezeer ons onderwijs de betekenis uit het leren heeft weggehaald en daarmee schade doet aan de ontwikkeling van kinderen. Misschien is deze schade zelfs aantoonbaar met dergelijke onderzoeken. Ik hou mijn hart vast.... maar ik ben bang dat dergelijke onderzoeken zelfs nodig zullen zijn om aan te tonen hoe erg het is gesteld.

Bron: klik hier


Comments

Popular posts from this blog

Al dat spiriwirigedoe.....

De Kindbeeldentuin - inleiding

B3-onderzoek gemiste kansen