Hechting - een sprookje

Het jeugdbeschermingssprookje van 'hechting': een bijtende ode aan de kinderziel
Oh, “hechting” – het toverwoord in jeugdbeschermingsland. “Het kind is gehecht aan het pleeggezin!” En poef, dossier gesloten, applaus voor de bureaucratie. Hechting is het gouden ticket, zwaarder dan een aambeeld in een cartoon. Maar alleen als het de instanties uitkomt. Want zodra een kind als een jojo tussen pleeggezinnen en instellingen stuitert, is hechting ineens een sprookje. Dan heet het “in het belang van het kind” – wat een mooie onzin.
John Bowlby’s #hechtingstheorie is simpel: een kind heeft een veilige band met een verzorger nodig om niet emotioneel te crashen. Mary Ainsworth gaf het smaak met haar ‘Strange Situation’: veilig, angstig-vermijdend, angstig-ambivalent, gedesorganiseerd. Veilige hechting? Zelfvertrouwen. Onveilige hechting? Welkom bindingsangst en emotionele chaos. In een droomwereld zou #jeugdbescherming dit snappen en stabiliteit bieden. Maar nee, hechting is een wapen, selectief gebruikt. Kind gehecht aan pleegouders? Terug naar de ouders is “te riskant” – die heilige band! Maar een kind dat om de haverklap verhuist omdat het budget op is of het pleeggezin “niet klikt”? Dan is hechting ineens flexibel als een slappe elastiek.
Kinderen kunnen zich hechten aan meerdere mensen: ouders, pleegouders, die ene lieve juf met snoepjes. Maar in jeugdbeschermingsland lijkt het alsof een kind maar één hechtingskaart mag trekken. “Gehecht aan het pleeggezin? Ouders, dag!” Terwijl dat kind misschien ook houdt van mama, papa of tante’s koekjes. Waarom niet alle banden koesteren? Te ingewikkeld voor het protocol, natuurlijk.
Al dat geschuifel sloopt kinderen. Elke verhuizing is een scheur in hun wankele basis. Onderzoek schreeuwt het uit: kinderen die van hot naar her gaan, krijgen vaker gedesorganiseerde hechting, gedragsproblemen, depressies, trauma’s zo groot als een wolkenkrabber. Schooluitval, lage eigenwaarde – bedank het systeem maar. Maar hechting is alleen heilig als het ouders uitsluit, niet als een kind door de bureaucratische mangel gaat.
Neem die moeder wiens zoon na vier pleeggezinnen in vijf jaar “gehecht” was aan zijn nieuwe pleegouders. Terug naar haar? Nee, te “disruptief”. Niemand vroeg hoe die vier verhuizingen zijn vertrouwen vermorzelden. Bowlby waarschuwde al: herhaalde breuken breken een kind. Toch wuift jeugdbescherming dat weg met “een frisse start”.
Dit circus bewijst: hechting dient geen kind, maar protocollen en portemonnees. Als hechting echt telde, waren verhuizingen zeldzamer dan een eenhoorn. Stabiliteit zou heilig zijn, bij ouders, pleeggezinnen of wie dan ook. Kinderen zijn geen pionnen. Hechtingstheorie is geen knuppel om ouders te slaan, maar een pleidooi voor veiligheid en liefde – van iedereen. Jeugdbescherming, stop met sprookjes en geef kinderen wat ze verdienen: een stabiele basis, geen trauma’s met een zorgstempel.

Comments

Popular posts from this blog

Al dat spiriwirigedoe.....

De Kindbeeldentuin - inleiding

B3-onderzoek gemiste kansen