Wat leren we onze kinderen nou écht?
Wat leren we kinderen écht en wat zegt dat over ons systeem?
Het onderwijs wordt vaak gezien als de sleutel tot persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke vooruitgang en economische groei. Maar als we dieper kijken, rijst de vraag: wat leren we kinderen écht, en onder welke voorwendselen? En belangrijker nog: welk effect heeft dat op de jeugd van vandaag?
Onderwijs als verlengstuk van een systeem
Ons onderwijssysteem is gebouwd op principes van standaardisatie en meetbaarheid. Hoewel het de bedoeling is om kinderen vaardigheden en kennis bij te brengen die hen voorbereiden op de toekomst, gebeurt dit vaak binnen strak afgebakende kaders. Kinderen worden niet alleen opgeleid tot burgers, maar vooral tot functionele schakels in een economisch systeem. We spreken vaak over "voorbereiden op de arbeidsmarkt" alsof dat het hoogste doel van leren is.
Wat hier sluipend gebeurt, lijkt op een subtiele vorm van moderne slavernij: geen ketenen en dwangarbeid in de klassieke zin, maar mentale en maatschappelijke afhankelijkheid van systemen die kinderen inperken in hun vrijheid van denken en handelen.
De verborgen leerlijn
Hoewel scholen zeggen dat ze zelfstandigheid en kritisch denken willen bevorderen, is de praktijk vaak anders. Kinderen leren vooral:
- Hoe ze 'goede' antwoorden moeten geven;
- Dat fouten maken iets is wat je moet vermijden;
- Dat succes afhangt van cijfers en diploma’s;
- Dat gehoorzaamheid en volgzaamheid beloond worden.
Deze verborgen leerlijn leert kinderen om zich aan te passen en binnen het systeem te passen, eerder dan om dat systeem te bevragen of te verbeteren.
Effecten op de jeugd
We zien de effecten hiervan terug in:
- Stijgende prestatiedruk: Jongeren kampen steeds vaker met stress, angst en burn-outklachten.
- Motivatieproblemen: Veel leerlingen ervaren school als iets dat ze 'moeten' doen, niet als iets dat intrinsiek zinvol is.
- Zoektocht naar autonomie: Tegelijkertijd groeit de behoefte van jongeren om gehoord te worden en invloed uit te oefenen op hun eigen leerproces.
De kloof tussen belofte en werkelijkheid
Er wordt vaak gezegd dat we kinderen leren om de toekomst vorm te geven. Maar hoe vrij zijn ze werkelijk om die toekomst zelf te bepalen? Het onderwijs blijft vaak steken in goede bedoelingen zonder écht de stap te maken naar een systeem dat het kind centraal stelt – niet als object van beleid, maar als subject van leren en leven.
De kracht van een stem
Wat ontbreekt, is een fundamentele herwaardering van het onderwijsdoel: van aanpassen naar autonoom ontwikkelen. Dat begint bij iets ogenschijnlijk eenvoudigs: kinderen een stem geven. Juist die stem helpt om de aansluiting te vinden tussen wat het systeem biedt en wat het kind werkelijk nodig heeft.
Daarom zijn initiatieven zoals de LesSpiegel zo belangrijk. Het geeft leerlingen niet alleen een instrument om hun ervaringen te delen, maar helpt scholen ook om het onderwijs van binnenuit te verbeteren. Dat lijkt misschien een klein gebaar – een druppel op een gloeiende plaat – maar elke verandering begint met luisteren. Wanneer onderwijs en leerlingen elkaar écht ontmoeten in wat ze nodig hebben en willen, ontstaat er iets bijzonders: synergie in de klas, waarin motivatie, betrokkenheid en leerplezier groeien.
Wat willen we leerlingen nu écht leren?
Het is een vraag die we niet te snel voorbij mogen lopen. Willen we hen vormen tot gehoorzame deelnemers aan een bestaand systeem? Of willen we hen toerusten om zichzelf en hun wereld op authentieke wijze vorm te geven? Het antwoord op die vraag bepaalt of onderwijs een bevrijdend of beperkend systeem blijft.
Comments
Post a Comment