Weet u hoe het op de school van uw kind gaat?
Waar meet u dat aan af?
De wereld van school en de wereld van thuis is heel erg gescheiden.
We hebben dat onderscheid, destijds in 1901, wel gemaakt, door middel van een wet nog wel: de Leerplichtwet, maar hebben we er wel genoeg bij stilgestaan?
Sommigen zeggen dat er een immense breuklijn zit tussen deze twee werelden, terwijl anderen er geen been in zien om deze twee werelden moeiteloos met elkaar in één lijn te zien.
Deze scheiding houdt o.a. in:
- andere fysieke plek
- andere waarden en normen
- andere regels
- andere activiteiten
- andere organisatievormen
- andere indeling van de dag
- andere sociale contacten
- andere eisen
- andere interacties tussen de volwassenen en de kinderen
- andere doelstellingen: op school het diploma, thuis het opgroeien en met elkaar samenleven
Hoe gaan kinderen om met deze scheiding? En hoe kunnen volwassenen daarop inspelen? En... is dat wel nodig? M.a.w. hoeveel spanning kan een kind aan? Komen ze thuis met verhalen over wat ze op school hebben meegemaakt/ Of juist niet? Stoppen ze bepaalde ervaringen weg om de ouders maar niet te belasten? Vragen die zomaar opkomen.
Is het misschien zelfs goed voor een kind om deze scheiding mee te maken? Al met al, komen ze deze scheiding in het latere leven ook tegen, toch? Dn is het goed dat kinderen hier al vanaf jonge leeftijd op worden voorbereid. Dat wordt vaak gezegd. Daar heb je ook thuis en werk. Twee gescheiden werelden.
Oppervlakkig gezien besteden we hier weinig aandacht aan. "Wat niet weet wat niet deert", zo luidt een typisch Nederlandse uitdrukking. Maar als er problemen zijn dan blijkt toch heel vaak dat het feit dat beide werelden hermetisch van elkaar lijken te zijn afgesloten en er dus onbekendheid met de andere kant bestaat, mogelijke oplossingen bemoeilijkt. Het gemis aan informatie hoe 'de andere kant' het probleem beleeft, is een blok aan het been om samen verder te komen. Er moeten communicatiekloven worden overbrugd. Ouderavonden en tienminutengesprekken blijken vaak onvoldoende.
We hebben dus te maken met 3 factorem: de school, het kind, en de ouders.
de corona-periode
In 2020 brak een ziekte uit die later leidde tot allerlei vergaande quarantienemaatregelen zoals gedwongen sluiting van de schoolgebouwen. Het onderwijs moest wel volop doorgaan. Leerlingen moesten thuis, achter de computer, de lessen volgen. Prikkelgevoelige kinderen ervoeren dat ze meer rust hadden om zich op de les te concentreren. Ook was er een groep kinderen die last hadden van het niet meer op school zitten. Soms kwam dat doordat de thuissituatie niet optimaal was, om welke reden dan ook. Soms misten ze hun vriendjes heel erg. Soms konden ze de concentratie niet opbrengen. Leerplicht had meer moeite dan normaal om de kinderen in beeld te houden.
De laatste woorden over voor- en nadelen van al deze maatregelen zijn nog niet gezegd (5 jaar na dato). De reden waarom ik deze episode aanhaal is, dat hieruit eens te meer duidelijk blijkt
- dat het kinderleven nogal kwetsbaar kan zijn en onderhevig aan allerlei factoren
- dat de strikte scheiding thuis-school nog veel stof tot nadenken geeft
- dat er veel lacunes tussen deze twee werelden bestaan
- dat vele van deze lacunes niet goed in beeld zijn in de samenleving
- dat de kans op schade, vooral geestelijk, als groot ingeschat moet worden
- dat er onontdekte voordelen aan leren buiten het schoollokaal kunnen kleven, voor bepaalde groepen
Uit tal van recente onderzoeken, statistieken en overviews blijkt zeer duidelijk dat opgroeien, ook in onze eigen Westerse samenleving, bepaald risicovol is en dat er allerlei problemen kunnen ontstaan:
- eenzaamheid
- depressie
- onveilige hechting
- een slecht zelfbeeld
- belasting doordat een kind mantelzorger is
- verwaarlozing in de opvoeding
- armoede
- schuldenproblematiek
- slecht passend onderwijs, thuiszittersproblmatiek
- achterstelling, discriminatie
- slechte jeugdzorg
- toeslagenaffaire
- problemen door pesten
- criminaliteit
- gezondheidsproblemen
- kindermishandeling
En vast nog meer. Dit is geen lijstje waar je blij van wordt, om het maar eens op z'n Nederlands te zeggen. Ik noem geen percentages maar die liegen er niet om. De hardnekkigheid van deze problematieken heeft m.i. zeker te maken met het onopgeloste vraagstuk van de strikte scheiding thuis-school.
Hoe beleeft een kind school?
Hoe een kind school beleeft, hangt af van tal van factoren. Als we het "zichzelf kunnen zijn" even als simpele leidraad nemen, dan kunnen we grofweg een aantal verschillende patronen zien:
- thuis kan het kind zichzelf zijn en ook op school
- thuis kan het kind zichzelf zijn en op school niet
- thuis kan het kind niet zichzelf zijn en op school wel
- thuis kan het kind niet zichzelf zijn en op school ook niet
Wat bedoel ik met 'zichzelf zijn'? Ik denk dan aan bijvoorbeeld het gevoel dat je je innerlijk mag laten zien, zonder daarop afgestraft te worden. Je wordt geaccepteerd zoals je bent. Je ouders, broers en zussen, andere famile nemen je zoals je bent. Er is een bepaalde vrihheid van het invullen van je dag. Je mag speen zoals je dat zelf wilt. Je doet mee aan sociale activiteiten en daarnaast heb je ook tijd voor jezelf. Je rare fratsen, je spontane opwellingen, je passies, je dromen - we hebben ze allemaal wel en de mogelijkheid hebben die te beleven op een manier waarop je met je eigen aandriften niet wordt tegengehouden of geblokkeerd is een zegen die we kinderen allemaal gunnen (althans dat hoop ik).
Noot: ik veronderstel hier, dat het jezelf kunnen zijn het geluksgevoel bevordert, en dat dit geluksgevoel blije, evenwichtige en sociaal vaardige volwassenen helpt kweken.
Dat klinkt gemakkelijk maar vaak zitten hier, ook in de thuissituatie, zaken in de weg. Beperkende opvattingen over het leven, hoe je 'zou moeten leven', etc. Angst en ontzag voor autoriteiten: "doe wat je gezegd wordt, ik wil geen klachten over je horen", culturele overlevingen: "zo doen wij dat nou eenmaal"), opgedane jeugdtrauma's, slechte ervaringen met volwassenen, onverwerkte trauma's bij de ouders en generaties daarvoor, angst voor 'de' buitenwereld - 'wat zullen de buren er wel niet van denken' - er kunnen ontzettend veel factoren in de weg zitten om een kind dat gevoel van 'jezelf kunnen zijn' te laten ervaren.
Een denkoefening. Hoe zou een kind, dat zichzelf thuis geaccepteerd voelt, zichzelf mag zijn, school ervaren? We horen zo vaak vergoeilijkingen als "Ja, het is goed voor je om ook eens aan regels gebonden te worden" of "gehoorzamen is goed voor je, daar krijg je karakter van". "Van straf word je hard, daar heb je laten in het echte leven wat aan". Het lijkt er dan op, dat het nadeel van de beperkingen op school ook een voordeel kan opleveren, althans dat wordt gezegd. Het kind wordt "gehard" op weg naar deelname aan de maatschapij, waarin "nu eenmaal" bepaalde regels en beperkingen of zelfs onstajkels gelden. Die gehardheid zou dan meer succes kunnen opleveren.
Stel dat school wordt ervaren als beperkend, is het dan mogelijk dat deze beperking toch nog geaccepteerd kan worden en dus als draaglijk kan worden ervaren? Hoeveel bandbreedte van beperkingen is nog acceptabel?
Een ander voorbeeld.
Hoe zou een kind, dat zichzelf thuis beperkt voelt, school ervaren? Soms hoor ik, zeker na de coronatijd, dat er kinderen zijn die het thuis zwaar hebben. De beperkingen van toen maakten hun leven nog zwaarder. School wordt als uitwijkmogelijkheid ervaren, een plek waar er meer emotionele rust is en het kind meer zichzelf kan zijn dan thuis. Een toevluchtsoord.
Kijk nog eens terug naar de 4 genoemde voorbeelden. Hoeveel geluk ervaart een kind in deze vier verschillende situaties? Hoeveel basis krijgt het mee in opmars naar volwassenheid?
Comments
Post a Comment