Ik doe niet meer mee

Duwentrekkensjorren om je op school te krijgen. Duwentrekkensjorren om je mee naar buiten te krijgen. Hakken in het zand, vol in de ankers. Jij. Wil. Niet.

Geen beweging in te krijgen, je ouders kunnen praten als brugman. Jij wil niet. Je wil thuis, je wil je capuchon op, je wil niets meer hoeven. Geen leuke dingen en al helemaal geen stomme dingen meer. Strijd over tandenpoetsen, strijd over aankleden, strijd over eten, strijd over schermtijd. Strijd met je ouders, met je broertje, met je vrienden. Je haalt uit en mept om je heen, letterlijk en figuurlijk. Als een kat in het nauw.


Vaak gaan we door met duwentrekkensjorren in de hoop enige beweging te krijgen. Toch duwen naar sport, toch meetrekken naar emotie-regulatie-training, toch kleding aansjorren om naar school te gaan. ‘Het leven is nu eenmaal niet altijd leuk.’ Maar als je zó heel erg niets meer wil, dan zit je emmertje nokvol en kunnen al deze dingen er niet meer bij. Er is simpelweg geen plek voor. Het emmertje moet eerst leeg. Goed leeg, niet alleen het bovenste laagje eruit geschept.

Al het heftige gedrag, de woedeaanvallen, de angsten, het dwangmatige en het geklier zijn dan uitingen van vollédig vol zitten. Van overbelasting, van te lang durende stress en je kind is wanhopig op zoek naar zich weer veilig voelen. Fysiek veilig voelen. Dan verstop je je onder je capuchon, in je zelfgemaakte tentje en in je kamer met de gordijnen dicht. Je verdooft je gevoel in je Donald Duck, in je telefoon, in de iPad.

Overbelasting – de volle emmer – ontstaat niet alleen door overprikkeling. Integendeel, het duwentrekkensjorren om een kind op school te krijgen wijst vaak op onderprikkeling. Onderprikkeling kan ontstaan door niet voldoende cognitieve uitdaging te krijgen, maar is breder dan dat. Als je te smalle kaders krijgt om in te bewegen, bijvoorbeeld, of als je creativiteit niet tot expressie kan komen. Als jouw emotionele diepgang wordt afgedaan als kleinzerig, als je verwondering wordt geplet, je verrukking verschraald en je grapjes onbegrepen blijven. Als je je niet gezien voelt in je gehele zelf, maar jezelf moet ‘amputeren’ om te passen, dan verlies je je levenslust en dooft je vlammetje. En dan zie je een kind dat eigenlijk het bijltje erbij neer heeft gegooid. Hou dat stomme leven maar, ik doe niet meer mee.

Comments

Popular posts from this blog

Al dat spiriwirigedoe.....

De Kindbeeldentuin - inleiding

B3-onderzoek gemiste kansen