Onderwijs - we managen kinderen
Van welzijn
naar onderwijs. De markt van prestatie en succes: een aanklacht anno 2025
In 1979 waarschuwde Hans Achterhuis dat het welzijnswerk zich ontwikkelde tot een markt: een systeem dat geluk, zorg en
welzijn verkocht als producten, en zo mensen afhankelijk maakte van de hulp die
hen zogenaamd bevrijden moest. Vijf decennia later heeft zijn profetie zich
voltrokken; niet alleen in het welzijnswerk, maar ook in het onderwijs. Wat
destijds de “markt van welzijn en geluk” was, is nu de markt van prestatie en succes geworden. Opnieuw dreigen we onze
ziel te verkopen aan de god van de maakbaarheid.
We zeggen dat we kinderen vormen, maar we managen ze. We spreken over ontwikkeling,
maar bedoelen optimalisatie. We
willen preventie, maar creëren paniek. Elke leerling is een risicoprofiel, elke
leraar een uitvoerder van
protocollen. Achterhuis schreef dat preventie de vraag naar hulp niet verkleint
maar vergroot. Precies dat gebeurt nu in onze scholen. Hoe meer we “vroeg
signaleren”, hoe meer problemen we vinden. Het kind dat nog gewoon verlegen was, heet plots “sociaal-emotioneel kwetsbaar”. Het kind dat dromerig is, krijgt een label, een plan, een interventie.
De school is niet langer een
gemeenschap van leren, maar een zorgfabriek
geworden, vol experts, coaches, trajecten, formats. We spreken
over “inclusie”, maar bedoelen: iedereen
moet in het systeem passen. Wie niet past, krijgt begeleiding tot hij dat
wél doet. Zo produceren we aan de lopende band gemeten geluk en genormeerd
gedrag. Achterhuis huivert bij de aanblik: dit is de totale preventie, van de
wieg tot het schoolbord.
We zijn verslaafd geraakt aan
cijfers, dashboards, kwaliteitskaarten. De bureaucratie vreet de ziel uit het onderwijs. Leraar en leerling zijn objecten in een spreadsheet. De menselijke maat
(het alledaagse gesprek, de oprechte verwondering, de begrijpelijke fout, het
niet-weten) wordt verdrongen door meetbare output. Wanneer het kind niet
opleeft naar de norm, staat het protocol klaar. De onderwijzer, ooit een
vrijdenker met een morele opdracht, is nu een functionaris in een
preventieprogramma.
Maar onderwijs is geen fabriek,
geen beleidsinstrument, geen geluksfabriek. Onderwijs is een riskante, existentiële onderneming: het
is leren leven met wat niet te beheersen valt. Wie opvoedt, moet durven
falen; wie leert,
moet mogen struikelen. De school zou de
plaats moeten zijn waar we oefenen in vrijheid, niet waar we leren
functioneren in systemen van controle.
Laten we dus breken met de
illusie van totale maakbaarheid. Stop met het idee
dat elk kind alleen via begeleiding, coaching en
data tot bloei komt. Stop met de preventieve controlezucht die de spontaniteit
wurgt. Herstel de autonomie van de
leraar en het vertrouwen in het kind. Herontdek de waarde van imperfectie en de
schoonheid van leren zonder garantie.
In 1979 schreef Achterhuis dat de mens in de markt
van welzijn “gered” wordt door precies
datgene wat hem gevangen houdt. In 2025 geldt dat voor het onderwijs: we redden
onze
kinderen dood. Wie werkelijk
onderwijs wil vernieuwen, moet durven loslaten.
Niet méér systemen, maar
minder. Niet méér zorg, maar meer vertrouwen.
Alleen dan kunnen we opnieuw leren wat onderwijs
ooit was: geen markt van geluk, maar een oefening in menselijkheid.
Comments
Post a Comment