Gaat geletterdheid ons verlossen?

Is het leesonderwijs zoals dat nu gegeven wordt op onze scholen een afdoende middel om de toenemende 'laaggeletterdheid' in de samenleving op te lossen?

Nee, absoluut niet. 


Sterker nog, het vergroot onbedoeld die 'laaggeletterdheid' alleen maar. Dat komt doordat het onderwijs geen moeite wil doen om contact te maken met de leefwereld, identiteit en eigen cultuur van de leerlingen. En erger: het onderwijs propageert een 'remedie' die de eigen leefwereld miskent en wegdrukt. Het reguliere onderwijs slaat de plank zo mis. Ze snappen niet waar het steeds maar fout gaat. Daar gaat deze blog vooral over.

In de Volkskrant staat een paginagroot artikel over een docente Nederlands, die bevlogen vertelt over haar motivatie om haar leerlingen liefde voor taal bij te brengen. Ze ziet de toenemende 'ongeletterdheid' (ik zet dit tussen quotes) als een groeiend probleem en wil daar een dam tegen opwerpen. Haar keuzes zijn niet de mijne.... daar ga ik hier dan ook op in.

Ik neem geen blad voor de mond. Dat heb ik al te vaak gedaan, dus nu niet meer.

Laat ik beginnen met enkele elementen te noemen waar ik het in principe eens ben met deze docente - en ik zie haar maar even als vertegenwoordiger van het reguliere, staatsgestuurde onderwijs in ons land.

  • ook ik maak me zorgen over de mate waarin vele burgers niet genoeg zijn toegerust om zelfs simpele taken als het invullen van een belastingformulier, of het aanvragen van een toeslag, te kunnen uitvoeren
  • maatschappelijk gezien is taalachterstand inderdaad een probleem. Veel mensen uit andere culturen en met te weinig kennis van de Nederlandse taal en gebruiken komen in de knel
  • ook ik maak me zorgen over het gebrek aan motivatie bij steeds meer leerlingen
  • ook ik maak me zorgen om de - zo lijkt het in ieder geval - steeds smaller wordende basis die jongeren meekrijgen op weg naar het volwassen leven (even nog niet doorstoten naar mogelijke oorzaken)
Ergens doen we iets niet goed!

Maar over oorzaken en oplossingen sta ik, zo vrees ik, heel anders in de wedstrijd.
Ik gooi meteen maar enkele knuppels in het hoenderhok:
1. Het onderwijs reduceert het voorbereid zijn op het functioneren als volwassene tot taal - en dan nog de eigen definitie daarvan
2. Het onderwijs hanteert een academisch model om met taal bezig te zijn - ver van het echte leven
3. Het onderwijs minacht levensvaardigheden

1. Het onderwijs reduceert

In het onderwijs heerst een mechanistische reductie van 'geletterdheid' tot taal, en dan vooral geschreven taal. En een fixatie op taalregels, dus een academische, niet met het normale leven in verband staande benadering van taal.

Ik zie 'geletterdheid' veel breder: toegerust zijn op het functioneren in de maatschappij. Ik gebruik die term dan ook niet. Want naast het beheersen van taal heb je ook allerlei andere skills nodig om goed te kunnen functioneren.

Toegerust zijn in het leven ===> geletterdheid ===> taal ===> geschreven taal en taalregels

Elke pijl is een reductie. Zo komen we er dus niet. De 'oplossingen' - nog meer van hetzelfde, nog meer toetsen, nog eerder beginnen (bij de kleuters!) - zorgen voor meer aversie tegen taal, althans zoals dat in het onderwijs wordt opgedrongen, in plaats van meer leerplezier en dus leesplezier. En daardoor drijven we juist verder af van de problematiek.

Het is niet zo, dat hoe vaker je je potlood slijpt, hoe beter je gaat schrijven. Het is niet zo, dat hoe harder je aan een grassprietje trekt, hoe harder het zal groeien.

2. Het academische narratief regeert

Maar het is erger. In het onderwijs lijkt de relatie met het alledaagse taalgebruik: gesproken taal, meertaligheid in de zin van straattaal, smartphonetaal, etc. zoek. Het is de academische benadering die de scepter zwaait. Daar kom je ver mee in academische kringen, maar niet in het echte leven. Het is de gedachte, dat je door deze academische benadering van taal maar te volgen, beter bent toegerust. Dat zijn nota bene drie reductues achter elkaar:
  • de academische benadering van taal is de beste
  • de reductie van geletterdheid tot alleen maar taalbeheersing-op-zijn-academisch
  • de reductie van toegerust zijn op je maatschappelijke rol tot geletterdheid (dus taalkennis)

En boven alles is deze academistische benadering ook arrogant.
Een reclamecampagne in Rotterdam benadrukte, dat het leren van ABN Nederlands (en natuurlijk moest je dat op school leren) de enige garantie was voor maatschappelijk succes. Daarmee zend je een boodschap uit naar alle minderheden a) dat je leeft in een samenleving waar wel degelijk rangen en standen zijn (ondanks mooie beloften van gelijkwaardigheid en nee we discrimineren niet) en b) dat hun eigen taal - en dus cultuur - minderwaardig is. Of misschien iets subtieler, maar daardoor des te dodelijker: dat hun cultuur niet relevant is en daarom gewoon genegeerd kan worden. Oei, wat doet dat pijn.
Steeds weer het spook van het sollicitatieformulier
Het voelt eerder als een marteling dan een stimulerende aansporing. Je krijgt een prent als je je niet aan ons voorschrift houdt. Niet bepaald een aanmoediging, eerder een correctie-vooraf.

Onder zo'n boodschap zitten diepe subliminale lagen:
  • er gaat een signaal van uit, dat in een samenleving die uit rangen en standen bestaat, de hoogste/belangrijkste rangen bepalen wat jij als 'mindere' wordt geacht te doen en laten. Je krijgt een signaal dat er een hiërarchie is, die niet enkel om taal gaat maar ook een indeling in klassen is. Je wordt fijntjes op je plek in dit systeem gewezen - en die plek is niet bovenaan
  • psychologisch werkt dit diep door in mensen. Mensen die toch al het idee hadden dat ze minder meetellen omdat ze 'niet zo goed meekonden op school', ontvangen nog eens de boodschap dat ze 'minder' zijn
  • je zelfbeeld wordt diep beschadigd: ik ben dom, ik kan niks, ik ben niet belangrijk, ik doe er niet echt toe, ik kom niet mee. Ik ben enkel nog goed voor de mindere banen
  • voor de jeugd geldt dit nog meer, omdat die niet alleen vanuit de samenleving maar ook vanuit het ouderlijk milieu deze boodschap meekrijgen: van twee kanten dus. 
"Ik kon niks leren. Toen werd ik maar kok."
Gehoord uit de mond van een succesvolle horecaondernemer
Geen wonder dat de jeugd zich steeds meer afkeert van het traditionele onderwijs. Ze leren er niks van wat hen echt bezighodt. En het argument 'het is voor later' ketst volledig af. Dit heeft weinig tot niets met puur rationele leervaardigheid te maken. De echte reden waarom ze niet meekomen is niet dat ze mentaal niet in staat zijn tot 'leren' (lees: toetsen maken en daarop scoren met cijfers) maar ze hebben zichzelf al opgegeven. Dit is een maatschappelijk effect.
Dit geldt overigens niet alleen tussen buitenlandse en Nederlandse culturen, het geldt ook binnen de Nederlandse samenleving. Is er geen verschil tussen een Amsterdamse volksbuurt of een villawijk in Blaricum? Kom nou.
Natuurlijk is het onverstandig om met straattaal aan te komen op een sollicitatiegesprek. Een jongere daarvan overtuigen lijkt me niet moeilijk. Echter, de dominantie van de Nderlandse cultuur en dus taal kruipt onder de huid en doet daar zijn schadelijke werk. Afkeer van taal is het resultaat, alle goede bedoelingen daargelaten. Het werkt averechts.

De docent uit het artikel presenteert een eigentijdse versie van een boek van Louis Couperus uit 1901.
I rest my case.

3. Het onderwijs minacht levensvaardigheden

Waarom is die overtuiging in het reguliere onderwijs zo tekortschietend?

Omdat jongeren veel te weinig levensvaardigheden meekrijgen. Ook niet genoeg vanuit huis, dat moet ook gezegd worden. Dat komt weer door de verkokerdheid en de individualisatie, waarin het 2-generatie-gezin de norm is geworden. Aloude familieverbanden, in combinatie met de agrarisch gerichte dorpscultuur, zijn zo goed als verdwenen. Dat natuurlijke vangnet is zo goed als verdwenen. De kapitalistische doctrine heeft succes gehad: mensen zijn prosumenten geworden. We produceren voor de rijken en vervolgens consumeren we ons een slag in de rondte. Allemaal goed voor de economie.
Dus ja, vanuit huis krijg je niet genoeg mee. Aan de andere kant staat het onderwijs, dat evenzeer een eenzijdig pakket aan kennis en vaardigheden meegeeft. Er zit een groot niemandsland tussen die twee gebieden. 
Wat, hoe goedbedoeld ook, wordt ervaren en dus ook naar voren geschoven als medicijn, maakt de ziekte alleen maar erger. De weerstand tegen de academische top-downbenadering van taal heeft een geldige oorzaak. Maar blijft onbegrepen. 

En dat terwijl we vanaf onze geboorte bezig zijn met expressie en communicatie. En daar zijn we eigenlijk ontzettend goed in. Zonder school! Maar helaas.... vanuit het onderwijs bekeken heb je daar weinig aan. Ik citeer uit mijn boek, dat o.a. over taal en taalonderwijs gaat:

""
Hoe leer je een taal?

Een gespleten maatschappij, zoals de onze, maakt zo’n onderscheid tussen thuis en school. Het is overigens een nogal willekeurig onderscheid. Wie bepaalt in welk hokje bepaalde kennis valt? Een voorbeeld. We leren een taal vanaf dag 1 van ons bestaan, vaak ook meerdere: het eigen dialect, ABN Nederlands, mobieltjestaal, straattaal, dan heb ik er al 4 te pakken. En dat op een natuurlijke manier, via spreken en communiceren met peers.

Eigenlijk is iedereen al meertalig nog voor de eerste dag op school

Op school moeten we de taal ineens op een wezensvreemde manier gaan benaderen, alsof het onze taal niet meer is. Zinnen ontleden, onderwerp en lijdend voorwerp onderscheiden, syntax, bijvoeglijk naamwoord, kofschip... en we worden beoordeeld op het vermogen die onderdelen op een academische manier te begrijpen en weer aan elkaar te rijgen. Plus alle spellingsregels, ook nog eens. Verwissel maar eens een d met een t en het rode potlood komt in actie. De meeste kinderen zegt deze benadering niets. Toch moeten ze mee. In wiens belang is dat? Is het dan gek dat de ‘liefde voor lezen’ elk jaar weer achteruit gaat? Zo jaag je kinderen alleen maar weg bij de liefde voor taal denk ik dan.

Welke onderliggende boodschap geef je kinderen dan mee? Dat datgene wat ze thuis hebben geleerd, eigenlijk niet relevant of waardevol is? Als je op school een nieuwe taal aanleert, gaat dat vele malen langzamer dan de taal die je vanaf dag 1 thuis hebt geleerd. Kennelijk is dat ‘natuurlijke’ leren toch wel effectief, zo zonder boeken en toetsen, of niet?

""

De relatie tussen taal en expressie en communicatie lijkt een totaal 'unaware' onderwerp te zijn. Niemand stelt zich de vraag "waar dient taal eigenlijk voor?" Eigenlijk is het heel simpel: taal dient voor 2 doelen: expressie van het innerlijk van degene die iets deelt, en de andere kant is: informatie overdragen. Zo simpel is het! Maar.... waarom maken we deze aspecten dan niet gewoon vakken op school? Als iemand iets wil delen met de wereld, welke mogelijkheden heb je dan? Hoe wil je dat je boodschap landt? Dat zijn excellente vragen, die ook samenhangen met levensvaardigheden.

En nu?

Maar hoe dan wel, Lex? Zul je je afvragen. Een terechte vraag. Ik heb daar nu jaren werk in geïnvesteerd. Het rendement is treurig laag. Welke oplossing ik ook aandraag - ik kan ze uit de lucht plukken - internet barst van de fantastische innovaties - er wordt nauwelijks tot helemaal niet naar gekeken. Ik vind trouwens ook, dat de zeggingskracht van mijn argumentaties niet beter wordt als ik alternatieven aanbied of laat zien. Zo werkt het niet. Vriendelijk verzoek: schat mijn argumenten op hun eigen waarde. Ik vind dat als je mijn argumenten wilt bestrijden - en dat mag by all means - je dan de handschoen oppakt en me van repliek dient. Maar een argument wordt niet minder wanneer je er geen alternatief tegenover stelt.

Laat ik het positief stellen: iedereen die het niet met me eens mag bij me op de koffie. Je weet me te vinden!

Hoe ik aankijk tegen het leraar schap kun je o.a. hier lezen: "De leraar die niet wilde lesgeven"

=====================
Chatgpt:

Ja — precies die campagne bedoel je, en je herinnert haar heel goed.

Dat was dus “Jouw taal, zijn taal”, een Rotterdamse campagne uit 2012 van de gemeente, bedoeld om jongeren aan te sporen meer Standaardnederlands (ABN) te gebruiken in situaties als school, stage en werk.

Hier is wat achtergrond en context, zoals die toen in de media en beleidsstukken verscheen 👇


🗓️ Achtergrond

  • Startjaar: 2012

  • Initiatiefnemer: Gemeente Rotterdam

  • Wethouder: Hugo de Jonge (toen verantwoordelijk voor onderwijs)

  • Doelgroep: Jongeren op het vmbo en mbo

  • Slogan / titel: “Jouw taal, zijn taal”

De boodschap was letterlijk dat straattaal prima is bij je vrienden, maar dat je voor een stage, sollicitatie of opleiding “de taal van je toekomst” moet spreken — dat wil zeggen: ABN / Standaardnederlands.


💬 De kernboodschap

Op de posters en de campagnewebsite stonden straattaalzinnen zoals:

“Ik ga fissa met m’n matties.”
“Broer, hij doet lauw!”

Bezoekers moesten deze ‘vertalen’ naar correct Nederlands.
Als je dat niet goed deed, verscheen een melding als:

“Je Nederlands is nog niet goed genoeg.
Leer de taal van je toekomst. Kijk op rotterdam.nl/taal.”

En dan kreeg je links naar taalcursussen, oefenplekken en taalcoaches.

De onderliggende boodschap was dus:
🗣️ “Wil je kansen in werk en opleiding? Dan moet je goed Nederlands spreken.”


📢 Vormgeving en middelen

  • Postercampagne in metro’s, scholen en bushokjes.

  • Website met interactieve taalquiz.

  • Sociale media en filmpjes met Rotterdamse jongeren.

  • Promotiemateriaal op scholen, o.a. in samenwerking met het Albeda College en Zadkine.


💥 Reacties & kritiek

  • Sommige jongeren en docenten vonden het een goede wake-upcall: taal helpt bij stages en sollicitaties.

  • Anderen vonden het betuttelend of zelfs discriminerend tegenover jongeren die zich via straattaal uitdrukken.

    • Kritiek was o.a. dat het taalgebruik van jongeren niet “fout” is, maar contextafhankelijk – en dat de campagne meer afstand dan verbinding kon creëren.

  • FunX en lokale media deden straatinterviews waarin jongeren zeiden:

    “Ik kan best ABN praten als het moet, dus waarom zo’n campagne?”


📚 Beeld & naslag

De originele website (jouwtaalzijntaal.nl) bestaat niet meer, maar delen zijn nog terug te vinden in het Internet Archive (Wayback Machine). Daar kun je de quizpagina’s en teksten soms nog zien.
De posters en lancering werden ook behandeld in o.a. AD Rotterdam (2012) en op FunX.nl.


Als je wilt, kan ik voor je:

  1. de archiefversie van de website (jouwtaalzijntaal.nl) opsporen en citeren;

  2. of afbeeldingen van de originele posters opzoeken (sommige staan nog in nieuwsarchieven).

Welke van de twee wil je dat ik eerst probeer te vinden?

Comments

Popular posts from this blog

Al dat spiriwirigedoe.....

B3-onderzoek gemiste kansen

Tips voor onderwijsadviseurs